Het komen en gaan overdag in de gebouwen controleren door toegangscontrole en controle van de bezoekers is één zaak. Maar als het personeel de locatie verlaat, moeten de anti-intrusiecentrales het overnemen. Een geïntegreerd systeem zoals de DBM6000 biedt het voordeel dat het een gebouw zone per zone kan bewaken naarmate het personeel vertrekt. Er is een uitgebreide keuze van bedieningen (in- en uitschakeling) beschikbaar voor de anti-intrusiecentrales, zowel in combinatie met de toegangscontrole of door middel van een code of sleutel. Deze geïntegreerde centrale kan tot 40 zones met in totaal 1.000 detectors beheren. De volledig geïntegreerde modules voor intrusiebeheer vereisen, net als bij een klassieke centrale, de plaatsing van bewegingsdetectors die op de DBM6000 aangesloten worden met ingangskaarten (4 statussen). De traditionele uitgangen voor flitslampen en sirenes worden beheerd door relais uitgangskaarten. De detectors De intrusiedetectors kunnen op 9 verschillende modi werken om volledig te beantwoorden aan de vereisten van het gebouw en het beheer ervan. De "paniekmodus" bijvoorbeeld genereert een stil en prioritair alarm zonder inschakeling van de sirenes, zodat de indringer niet weet dat zijn aanwezigheid gedetecteerd werd. Gedecentraliseerd en dus modulair Dankzij dit gedecentraliseerde concept is de installateur niet meer verplicht om de volledige bekabeling naar één welbepaald punt te brengen waar de centrale zich bevindt. De kaarten voor beheer van de detectors worden verdeeld via een RS485- of TCP/IP-communicatiebus en bevinden zich er dichterbij. Een modulair systeem maakt het ook gemakkelijker om wijzigingen aan te brengen of uitbreidingen te voorzien aan de installaties. Verbonden met de supervisor Elke detector kan dusdanig geplaatst worden in de zones van het gebouw dat de locatie van een indringing onmiddellijk gekend is. De interactie tussen de modules voor intrusie en de supervisor is een perfect voorbeeld van de synergie tussen beheertechnieken voor gebouwen ten dienste van de operators. De interventietijd en -methoden zijn hierdoor beter aangepast aan elk type alarm. | In- en uitschakeling De in- of uitschakeling van de centrale biedt een heel uitgebreid aantal mogelijkheden. De bewerking kan gebeuren: Via een klassiek toetsenbord Gekoppeld aan de aanwezigheid in de zone van bevoegd personeel Met een sleutel Bij 3 opeenvolgende scans van dezelfde badge aan een lezer voor toegangscontrole Via een knop in een grafische weergave van de supervisor Automatisch volgens een uurregeling. Uitgangen De signalisatie van de status van de centrale kan gelijktijdig weergegeven worden op de volgende wijzen: Door fysieke uitgangen (sirenes, flitslampen, zoemer) Door grafische weergave op de synoptische schermen van de supervisor Door verzending van alarmen op de supervisor naar een mobiele telefoon of een bewakingscenter (ID-contactprotocol). De grafische console In aanvulling op de supervisor kan de status van de verschillende elementen (detectors en statussen van de centrales) ook weergegeven worden op een industriële terminal met een kleurenaanraakscherm. | |
- Home
- Toepassingen
-
Producten
- Toegangscontrole
- Autonoom toegangscontrolecentrale DA400
- Toegangscontrole voor geavanceerde beveiliging
- Data on kaart oplossing - Draadloze
- Bezoekersbeheer
- Eigen parkeerbeheer
- Badge afdrukken
- ECO 16
- Technisch beheer van gebouwen
- Energie - beheer
- Geïntegreerde grafische supervisor
- Infrastructuur
- Synoptisch overzicht
- Anti-intrusie alarm
- Integratie camera- bewaking
- Rapporten
- Ronde beheer
- Sleutelsbeheer met Sleutelkast AGRID
- Onze lezers .....
- Dinec
- News
- Contact